Senn komt voor het eerst naar school. Welkom in onze klas, Senn. Maar oei, Jules, je ziet er niet zo goed uit? Ben je ziek? De peuters nemen zijn temperatuur met de thermometer en ja hoor, hij heeft koorts. Jules is ziek en moet in bed.
Als we de volgende dag in de klas komen, heeft Jules nog altijd koorts. De peuters geven hem siroop. Hopelijk is hij snel beter.
De kindjes onderzoeken zichzelf, elkaar en de poppen of ze koorts hebben. Gelukkig is er genoeg siroop voor iedereen.
Tussendoor leert de juf ons een versje over de dokter. (zie pagina 'Liedjes en versjes')
Met een wattenstaafje wordt er geschilderd voor een thermometer.
De thermometer krijgt parels om aan te duiden of iemand meer of minder koorts heeft. Hiervoor gooien de peuters met de dobbelsteen en tellen 1 of 2 bolletjes. Ze nemen dan evenveel parels om te rijgen.
Als we op woensdag in de klas komen, is Jules nog steeds ziek. Nu moeten we toch echt de dokter bellen.
Dokter Veerle komt snel met de dokterstas en onderzoekt Jules met de stethoscoop, de oorkijker, ... Jules krijgt neusdruppels, oordruppels, siroop en zal best ook aerosol doen. Daarna spelen de kindjes ook voor dokter.
Er zijn veel boekjes rond dokter en ziek zijn.
Er worden dozen geschilderd om een dokterstas van te maken. En in de waterbak zijn er siroopflessen, -lepels, - potjes en - spuitjes.
We maken elk om beurt een puzzel van 6 stukken: 'Muis is ziek en ligt in bed', al dan niet met een beetje hulp.
Na tik tak rond 'De dokter' kunnen er spuitjes gesorteerd worden: grote spuiten voor mama & papa, kleine spuitjes voor Jules & Marie.
In de ontdekbak met pomponnetjes zitten medicijnbuisjes, pincetten, grijptangetjes en er zijn medicijndoosjes om per kleur te sorteren.
Er zijn ook spelletjes met doktersspullen.
Via de banken worden de grote en kleine spuiten in de juiste doos gesorteerd.
Jules en de juf worden goed verzorgd door al die dokters in de klas.